West Frisia is al jarenlang een vaste waarde in het elitepeloton. De geel-blauwe brigade heeft, sinds mensenheugenis onder de bezielende leiding van Tino Haakman, elk jaar weer een groep sterke renners waar ze op kunnen bouwen. We spraken met Luuk van der Meer. Geboren op Texel, daar besmet met het wielervirus, als renner groot geworden bij studentenvereniging Tandje Hoger in Groningen en inmiddels voor het tweede jaar elite bij de mannen uit Noord-Holland. Helaas ligt Luuk dankzij een harde val in de Omloop van de Braakman voorlopig in de lappenmand, zoals dat wordt genoemd.
‘Het was inderdaad een harde klap in de laatste 500 meter’, begint Luuk. ‘Helaas verloopt het herstel nog wat langzaam. Naast een sleutelbeenbreuk en een hoop schaafwonden heb ik ook mijn kuitspier gescheurd, wat mijn algehele mobiliteit niet bepaald ten goede komt. Ik heb dan ook nog niet op de fiets gezeten sindsdien. Kan slechts nog korte stukjes lopen. Komt allemaal weer goed, maar fysiek én mentaal nog even wat hersteltijd nodig!’
De Dorpenomloop stond hoog op het verlanglijstje van Luuk, maar daar kan nu zo goed als zeker een streep door: ‘Voor het seizoen heb ik bij de ploegleiding al aangegeven graag te starten in de Dorpenomloop. Ik juich het altijd toe als een koers nieuw leven wordt ingeblazen. Bovendien woon ik in de buurt (de stad Groningen, red.) en gaat een groot deel van de route over wegen waar ik vaak op train. Maar goed, de val heeft aardig wat roet in het eten gegooid en het wordt een race tegen de klok om nog aan de start te kunnen verschijnen. Kasseien kennen, zoals je weet, geen medelijden of empathie. Om een net hersteld sleutelbeen daar overheen te sturen, klinkt op dit moment nog niet als een goed idee.’
West Frisia heeft, zoals gezegd, een grote groep renners. Zitten daar ook echte klassiekerrenners bij? ‘We hebben dit jaar erg veel renners bij West-Frisia, maar het is zeker geen samengeraapt zooitje ongeregeld. Het mooie aan onze ploeg is dat we een goede mix hebben van jonge en ervaren renners. Neem Wouter Mol. Hij reed jarenlang in de WorldTour bij Vacansoleil en is, zoals dat mooi heet, gepokt en gemazeld in het wielermilieu.’
‘Minder ervaren renners, waar ik mijzelf ook onder schaar, kunnen enorm veel van zo iemand opsteken, zowel in de koers als erbuiten. In dat geheel krijgt iedereen zijn kansen. We zijn geen profploeg die werkt met één kopman of speerpunt. Maar goed, met zo een antwoord stem ik journalisten als jou natuurlijk niet tevreden, dus laat ik eens iemand noemen: Jerry Roling is een jonge renner die nieuw is bij onze ploeg en gemaakt is voor wedstrijden als deze.’
Nieuw dit jaar zijn onverharde stroken in het parcours, in Italië noemen ze dat Strade Bianchi en in België Plugstreets. Nuchtere Drenten houden het bij onverharde stroken. Stroken die letterlijk en figuurlijk veel stof doen opwaaien. Hoe kijkt men daar bij West Frisia tegenaan, en in het bijzonder Tino Haakman? Gaat dat stof niet zijn weelderige krullenbos zitten? Volgens Luuk valt dat allemaal wel mee. ‘Ken je het verhaal van Simson, uit het Oude Testament? Die ontleende zijn kracht om de Filistijnen in de pan te hakken aan zijn lange haarlokken. De parallel is snel getrokken, me dunkt. Overigens werd de ondergang van Simson ingeluid door een vrouw. Ik hoop niet dat Tino hetzelfde lot beschoren is.’
Liefde voor de sport
Zelf heeft Luuk ook geen schrik voor deze onverharde stroken. Vorig jaar reed hij de hele dag in de aanval tijdens de Slag om Norg. Blijkbaar is hij, ondanks zijn frêle klimmersgestalte, liefhebber van dit werk. Luuk legt uit dat hij voorin dankzij de liefde voor de sport: ‘Ik ben bovenal een enorme wielerliefhebber. Koersen is voor mij passie. De speciale, haast mythische sfeer die kasseien en onverharde wegen met zich meebrengen spreekt dan ook tot te verbeelding. Dan kan ik altijd iets extra’s. Sterato. Terug naar de tijd van Coppi en Bartali. Snap je? Overigens was de kopgroep in Norg al lang voor de eerste onverharde strook gevormd. Ik zat mee omdat ik altijd aanval. Sommigen noemen je dan een domme renner, maar attractief koersen is het mooiste wat er is. Mocht ik starten in Drenthe, dan zal ik dat daar zonder twijfel ook doen. Laf afwachten is niks voor mij.
Gaan jullie je materiaal nog aanpassen voor het parcours? ‘We hebben wel enkele materiaalfetisjisten in onze ploeg zitten die daar ongetwijfeld een studie van gaan maken, maar zelf ben ik er niet zo van. Ik houd het liever bij het materiaal waar ik altijd mee rijd en waar ik vertrouwen in heb. Neem nu de hierboven aangekaarte Slag om Norg. Ik denk dat ik de enige was die aan de start stond met zijn ‘gewone’ 23 millimeter banden. Nu weet ik dat er een renner was die er voor koos om speciale anti-lek banden van 30 millimeter te monteren. Hij reed vier keer lek, ik nul keer. Al dat gedoe over materiaal leidt alleen maar tot gedoe, zorgt voor onzekerheid in je hoofd en kost daardoor energie. Die energie gebruik ik liever voor mijn benen. Uiteindelijk moeten die het doen, immers.’
Wie er gaat winnen is nu koffiedik kijken natuurlijk, want wielrennen blijft een onvoorspelbare sport. De koers op papier afdoen kan eigenlijk alleen bij de Waalse Pijl, want daar wint Valverde toch. Natuurlijk willen we van Luuk weten wie hij kort in de uitslag verwacht. ‘Ik las dat er maar één continentale ploeg aan de start zal komen. Dat biedt perspectief voor een open, ongecontroleerde koers met verrassende namen voorin. Regionale renners zijn altijd extra gemotiveerd om zich te tonen. Een rasechte Drent zie ik dus wel voor een verrassing zorgen: Maurice Zaal van WV de Kannibaal.’
Tot slot Luuk, het wielervoorjaar zit er bijna op. Wie was voor jou de man van het voorjaar? ‘Makkelijke vraag. De winnaar van de Ronde van Groningen is immers per definitie de man van het voorjaar. Dit jaar Tijmen Eising, dus. Toch wil ik graag nog een naam noemen: Harko Kievit. Inmiddels de veertig gepasseerd, maar ook dit voorjaar vernederde hij alle jonge honden in het amateurpeloton weer keer op keer. Groot als renner én als mens. Iemand van zijn statuur hoort in mijn optiek altijd thuis op de startlijst van de Dorpenomloop. Een mooi decor voor een comeback op het hoogste niveau. Kunnen jullie dat niet regelen?’
Dat laatste ligt natuurlijk gevoelig. Als Harko belooft dat hij, in het geval van een overwinning, wel juicht is er misschien iets mogelijk 😉